top of page
  • Foto van schrijverMonarchie in beroering

Impressies van een bezoek aan het Weense Haus- Hof- und Staatsarchiv

Het respectabele gebouw van het Weense‘Haus- Hof und Staatarchiv’ ligt aan de Minoritenplatz, tegenover de oude keizerlijke Hofburg en naast het onderkomen van de bondskanselier aan de Ballhausplatz. Het plein rond de Minorietenkerk is ondanks de aanwezigheid van een ondergronds metrostation een oase van rust. In de zomer van 2019 begon ik aan een tweede ronde van onderzoek in dit uitzonderlijk rijke archief, waar ik in de jaren rond 2000 vele weken had doorgebracht. Mijn horizon is inmiddels verschoven van het Weense hof in de vroegmoderne tijd naar de nagenoeg onbekende vroege negentiende eeuw. Bij een eerste verkenning in 2001 had ik al vastgesteld dat de hofarchieven in de vroege negentiende eeuw nog groter en completer waren dan hun voorgangers.


Kleurrijke vondsten trof ik gedurende dit verkennende bezoek bijvoorbeeld aan in de dossiers rond de opvoeding van de keizerlijke kinderen (Hausarchiv, Familienakten, 57-58: Erziehung), met uitvoerige briefwisselingen, rapporten, en heuse roosters met schematisch weergegeven lesplannen. Een opmerking uit één van de diverse geleerde geschriften over de opvoeding van de vorstelijke kinderen zet de toon: ‚Das künftige Schicksal einer Nation hängt größtentheils von der Erziehung ihres künftigen Regenten ab‘.


. Keizer Jozef II volgde de opvoeding van zijn neefje Franz op de voet en sprak in 1784 een zuinig oordeel uit over de talenten van zijn beoogde opvolger Franz, die nooit over ‘agréments de corps et d’esprit’ zou kunnen beschikken. Over de opvoeding van de latere keizer Ferdinand, die een zwakke lichamelijke en geestelijke gezondheid had, braken velen zich het hoofd. In 1800 treffen we van hem in een bonte verzameling oefenschriften en tekeningen een handgeschreven wensje aan voor zijn moeder. Ook zijn zuster Marie (Maria Clementina) liet zich in dit opzicht niet onbetuigd: in plechtig handschrift noteerde het zevenjarige meisje in 1806: ‘Wissenschaften verschaffen Leuten vom geringen Herkommen hohe Stellen, Reichthümer und Würden. Wissenschaften sind Silber in den Handen der Gemeinen, Gold in denen von Adel, und Diamanten in denen der Fürsten‘. Een wonderlijke leefwereld.


Een van de veranderingen in de organisatie van het Weens hof betreft de invoering van een ceremoniemeester. Voorheen vielen de ceremoniën onder de verantwoordelijkheid van de verschillende hoge hofambten, in 1810 werd hiervoor het ambt van de Oberzeremonienmeister in het leven geroepen. De eerste bekleder van het ambt Gundaker Heinrich Graf Wurmbrand probeerde direct zijn verantwoordelijkheden te verankeren in een ceremoniehandboek, of ‘Etiquette Normale’: opvallend, want een dergelijk overzicht was eerder nooit op schrift gesteld. Wurmbrand, een dignitaris van het tweede garnituur, bracht vooral de verantwoordelijkheden van alle betrokkenen in beeld: het nieuwe ambt moest in de bestaande rangordening worden gepast. Een zorgvuldige editie van deze tekst is in 2019 uitgegeven door Karin Schneider. Deze is kosteloos als PDF te verkijgen via de uitgever Vandenhoeck & Ruprecht

De lezer zoekt in dit boekje tevergeefs naar beschrijvingen van ceremoniën. Deze zijn echter ad libitum te vinden in de Zeremonialprotokolle/Protocollum Aulicum in Ceremonialibus die vanaf 1652 tot 1918 nijver zijn bijgehouden. Evenals enkele andere doorlopende hofarchieven zijn deze protocollen goeddeels digitaal beschikbaar via het onvolprezen online systeem van het HHStA. Dit zoekinstrument en de digitalisering van belangrijke reeksen maken het werk een stuk eenvoudiger!

Vooralsnog is het niet eenvoudig de mate van continuïteit en verandering vast te stellen. De bestanden tonen een opmerkelijke continuïteit; de vraag blijft dan of achter de doorlopende reeksen niet toch grote veranderingen schuilgaan – dat zal ik in de komende twee jaar nader bekijken en vergelijken met de ontwikkelingen elders in Europa.


Jeroen Duindam

45 weergaven0 opmerkingen
bottom of page